Concertiste
Durant sa jeunesse, c’est en tant que concertiste qu’Eric Feldbusch s’est imposé d’emblée, joignant à la souveraine fermeté d’archet une rondeur de sonorité tour à tour ample ou enveloppante. Sa carrière de violoncelliste a commencé brillamment sous d’excellents auspices. Il a participé à divers concours internationaux. Il a ainsi remporté le Prix “Pablo Casals” en 1947, et obtenu, en 1949, le Prix Dresse de Lébiolles décerné à un artiste liégeois particulièrement talentueux. En 1950, Feldbusch a reçu le Prix d’Honneur du public au premier Concours International de violoncelle à Prague (il a par ailleurs terminé troisième lauréat derrière les deux violoncellistes russes Mstislav Rostropovitch et Daniil Safran). Lors de ce concours, il fut le seul participant à avoir obtenu 10/10 pour son interprétation des suites de Bach. Ces Prix lui ouvrent les portes d’une carrière d’interprète qui le conduit en Belgique, France, Italie, Allemagne, Suisse, Autriche, Luxembourg, Grande Bretagne, Pays-Bas, Espagne-Tchécoslovaquie, Congo, Egypte, Israël et aux Etats-Unis.
Feldbusch avait déjà débuté sa carrière d’interprète en qualité de soliste à l’Orchestre symphonique de Maastricht. Il occupa ensuite ce poste à l’Orchestre Symphonique de Liège dont il fut le violoncelliste solo et chef de pupitre. Il joua toutes les grandes œuvres du répertoire avec orchestre (dont 75 fois le concerto de Dvorak). C’est lui qui, le 31 janvier 1954, créa en Belgique le concerto pour violoncelle de Sergueï Prokofiev.
Comme soliste virtuose, Eric Feldbusch apportait à ses interprétations, en plus de son impeccable technique instrumentale, une lucidité aigüe et une remarquable maturité de pensée. Il a donné de nombreux récitals et concerts partout en Belgique. Il a également joué en France, au Grand-Duché de Luxembourg, en Espagne, en Tchécoslovaquie, au Congo, en Italie, en Suisse, aux Pays-Bas, en Angleterre et aux Etats-Unis.
Chambriste émérite, susceptible d’effacement comme d’extériorisation, il se produisit avec un vif succès à travers toute l’Europe et enregistra plusieurs disques. En même temps, il fonda plusieurs ensembles de musique de chambre, dont le “Quatuor Ad Artem”, le “Quatuor municipal de Liège” (dont il est membre-fondateur, avec Henri Koch, Emmanuel Koch et Louis Poulet) et surtout un trio à clavier qui obtint en 1961 l’honneur de s’appeler “Trio Reine Elisabeth”.
Le Trio Reine Élisabeth de Belgique réunit trois virtuoses de grande réputation. Naum Sluszny, Piano, Carlo Van Neste, violon et Éric Feldbusch, violoncelle qui ont chacun à leur actif une belle carrière internationale individuelle. Pourtant en dépit de leurs occupations absorbantes, ils décident dès 1957, d’unir leurs talents et de servir au mieux la Musique de Chambre (musique pure par excellence).
Leur association, scellée par une grande et virile amitié, les place immédiatement parmi les meilleurs groupes de chambre européens, et les nombreux concerts auxquels ils participent consacrent définitivement leurs talents. » La France, la Suisse, l’Italie, l’Espagne, l’Angleterre, l’Allemagne, la Belgique et le Luxembourg les applaudissent tour à tour. En 1961, Sa Majesté la Reine Elisabeth (orfèvre en la matière) leur accorde le privilège de porter son Nom. C’est à ce titre qu’ils ont été invités, pour commémorer le centenaire (de la naissance) d’Élisabeth de Belgique, à collaborer à plusieurs des manifestations d’hommage, entre autres, au Palais des Beaux-Arts de Bruxelles pour la Société Philharmonique, à Genève lors de l’attribution du prix de composition Reine Marie-Josée d’Italie, et à la Radio Télévision bavaroise.
Le Trio se produisit régulièrement, tant à l’étranger qu’en Belgique, lors de tournées qui les firent voyager dans toute l’Europe occidentale, aux États-Unis et en Afrique.
Concertist
Van jongsaf liet Eric Feldbusch zich als concertist gelden. Hij verenigde een magistrale strakheid van zijn boog met zijn ronde klanken, keer op keer wijds en betoverend. Zijn loopbaan als cellist begon schitterend onder buitengewone voortekenen. Hij nam deel aan verschillende internationale wedstrijden. In 1947 werd hij de laureaat van de « Pablo Casals prijs » en hij behaalde in 1949 de prijs « Dresse de Lébioles » toegekend aan een bijzonder talentvol Luiks artiest. In 1950 ontving Feldbusch de Publieksprijs op de eerste Internationale Cellowedstrijd in Praag. Hij eindigde derde na de twee Russische cellisten Mstislav Rostropovitch en Daniil Safran). Feldbusch was de enige deelnemer die 10/10 behaalde voor zijn interpretatie van de suites van Bach. deze prijzen gaven hem toegang tot een internationale loopbaan als vertolker en brachten hem van Frankrijk, Italië, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Luxemburg, Groot Brittannië, Nederland, Spanje, Tsjecho-Slowakije, Congo, Egypte, Israel tot in de Verenigde Staten.
Zijn loopbaan als vertolker had hij reeds gestart als solist bij het Symphonisch Orkest van Maastricht. Hij bezette vervolgens deze plaats binnen het Symfonisch Orkest van Luik, waar hij solocellist en lessenaaraanvoerder was. Feldbusch vertolkte alle grote werken uit het orkestrepertoire, waaronder het celloconcerto van Anton Dvorak, dat hij 75 keer uitvoerde. Op 31 januari 1954 speelde hij de Belgische première van het celloconcerto van Sergei Prokofiev.
Als cellovirtuoos drukte Eric Feldbusch zijn eigen stempel op zijn vertolkingen. Bovenop zijn onberispelijke instrumentale techniek toont hij een uiterst scherpe luciditeit en een buitengewone maturiteit in zijn denkvermogen. Hij gaf vele soloconcerten en concerten met orkest over heel België. Hij trad eveneens op in Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, Spanje, Tsjechië, Congo, Italië, Zwitserland, Nederland, Engeland en de Verenigde Staten.
Als uitstekend kamermuzikant in staat tot zowel terughoudendheid als tot uitbundigheid, trad hij op in heel Europa en nam hij verschillende vinylplaten op. Hij richtte verschillende kamermuziekensembles op, waaronder het “Quatuor Ad Artem”, het “Quatuor municipal de Liège” waarvan hij stichtend lid was, samen met Henri Koch, Emanuel Koch en Louis Poulet en een pianotrio dat in 1961 de eer kreeg om de naam “Trio Koningin Elisabeth” te dragen.
Het trio Koninging Elisabeth van België bestond uit drie belangrijke virtuosen. Naum Sluszny, piano, Carlo Van Neste, viool en Éric Feldbusch, cello die ieder een mooie persoonlijke en internationale loopbaan voor hun rekening hadden. Nochtans besluiten ze reeds van 1957, ondanks hun tijdrovende bezigheden, hun begaafdheden te verenigen en zo goed mogelijk de Kamermuziek ten dienste te staan. (een onvervalste, uitmuntende muziek)
Het genoodschap, bekrachtigd door een grote en echte vriendschap, wordt onmiddellijk tot één van de beste kamerorkesten van Europa gerekend, en de talrijke concerten die ze geven vereeuwigen hun talent. Frankrijk, Zwitserland, Italië, Spanje, Duitsland, België en Luxemburg juichen hen beurt om beurt toe. In 1961, staat zijne Majesteit Koningin Elisabeth (ambachtelijk kenner ter zake) hen het voorrecht toe haar naam te dragen. Het is door dit voorrecht dat ze, om de honderdjarige dood van Koningin Elisabeth van België te herdenken, uitgenodigd werden om deel te nemen aan verschillende eremanifestaties, o.a. in het Paleis van Schone Kunsten te Brussel voor de Philharmonische vereniging van Genève voor de toekenning van de Prijs voor de compositie Koningin Marie-José van Italië en voor de beierse Radio-televisie.
Het trio trad regelmatig op in België, heel West-Europa, de Verenigde Staten en Afrika.
Concert artist
During his youth Eric Feldbusch was immediately recognized as a talented concert player. He controlled his bow with a masterly strictness and was able to unite that with a round sound, , in turn broadening or enveloping. His career as a cellist started brilliantly under favorable auspices. He took part in several international contests. He won the “Pablo Casals” prize in 1947 and in 1949, the Prix Dresse de Lébiolles, provided to a particularly talented artist from Liège. In 1950, Feldbusch won the audience award at the first International Cello Com-petition in Prague. He finished third, behind the two Russian cellists, Mstislav Rostropovitch and Daniil Safran. He was the only competitor to get a score of 10/10 for his interpretation of the Bach Suites.These prizes launched his performance career that took him to Belgium, France, Italy, Germany, Switzerland, Austria, Luxembourg, Great Britain, Netherlands, Spain, Czechoslovakia, Congo, Egypt, Israel and the United States.
Eric Feldbusch had already started his soloist career with the Maastricht Symphony Or-chestra. This was followed by a similar position with the Liège Symphony Orchestra, where he was the cello soloist and chef de pupitre. He played all the great orchestral masterpieces, of which the Dvorak concerto 75 times. It was Feldbusch who performed the Belgian premier of the cello concerto by Sergei Prokofiev on 31 January 1954.
As a cello virtuoso, Eric Feldbusch’s performances were marked by a sharp lucidity and a remarkable maturity of thought, all on top of his impeccable instrumental technique. He gave numerous recitals and concerts throughout Belgium. He also performed in France, the Grand Duchy of Luxembourg, Spain, the Czech Republic, Congo, Italy, Switzerland, the Netherlands, England and in the United States.
As a renowned chamber musician, capable of both restraint and exuberance, Feldbusch had great success across the whole of Europe and made several recordings. At the same time, he also founded several chamber music ensembles such as the “Ad Artem Quartet”, the “Quartet municipal de Liège” (he was a founding member with Henry Koch, Emmanuel Koch and Louis Poulet) and, most of all, the piano trio which in 1961 was allowed the honour to call itself Trio Reine Elisabeth.
The Queen Elisabeth Trio of Belgium reunites three well-known virtuosos; Naum Sluszny on piano, Carlo Van Neste on violin, and Eric Feldbusch on cello, each of whom all have their own busy and successful international individual careers. Yet despite their busy lives, in 1957 they decided to combine their talents and offer their talent in the service of chamber music (pure music par excellence). Their partnership, cemented by a deep en lively friendship, places them immediately among the best chamber ensembles in Europe . The numerous concerts they gave amply demonstrated their skills.
France, Switzerland, Italy, Spain, England, Germany, Belgium and Luxembourg have applauded them in turn. In 1961, Her Majesty Queen Elizabeth of Belgium (an expert in the field) gave them the honour of bearing her name. This is why, to commemorate the centenary (of the birth) of Elizabeth of Belgium, they were invited to participate in several events in her honour, among others, at the Palais des Beaux-Arts in Brussels with the Philharmonic Society, in Geneva at the award ceremony of the composition prize of the Queen Marie-Josée of Italy competition, and on Bavarian Radio and Television.
The artists of this world-renowned trio performed at a regular basis both in Belgium and abroad, and toured throughout Western Europe, the United States and Africa.